De veiligheidskunde heeft een plateau bereikt. De arbeidsongevallenstatistieken verbeteren nauwelijks, ondanks een de-industrialisatie en een enorme export van arbeidsongevallen naar het buitenland. De traditionele veiligheid heeft dus afgedaan en een andere aanpak is nodig. Deze andere aanpak staat haaks op de bureaucratische veiligheid van steeds meer papierwerk, steeds meer veiligheidsprocedures en -instructies die niemand leest, steeds meer controlerondjes lopen om de naleving na te gaan, steeds meer risicobeoordelingen, enz. Deze traditionele veiligheid – Safety-I – werkt ook demotiverend op de werknemers, die hierdoor afkerig staan tegenover de preventieadviseur: een cynische houding van “hij is daar weer met een of ander nieuw ding” is het gevolg van deze klassieke veiligheidsaanpak. Deze houding wordt versterkt door straffende arbeidsongevallenonderzoeken waar onmiddellijk gekeken wordt naar de menselijke fout, i.c. de niet-naleving van een veiligheidsprocedure of -instructie. Deze oude benadering, gebaseerd op controle, veiligheidsprocedures, arbeidsongevallenonderzoeken of risicobeoordelingen, noemen we dus Safety-I of traditionele, bureaucratische veiligheid.
Neen, de nieuwe benadering zal meer motiverend zijn voor de operationele werknemers. Geen onhaalbare zero-doelstellingen. Geen starheid maar flexibiliteit om zich permanent te kunnen aanpassen aan onvoorziene zaken, beperkingen en nieuwe risico’s. Ook de toepassing van veiligheidsprocedures en -instructies, de one way of executing wordt losgelaten. Procedures en instructies worden richtlijnen en geven het kader aan waarbinnen kan gewerkt worden. Maar binnen dit kader hebben de operationele werknemers de nodige vrijheid. Deze nieuwe benadering is een Safety-II-benadering.
Safety-II gaat dus meer uit van een voortdurende verandering en een permanente aanpassing van handelen in complexe organisaties met vaak goede en soms ongewenste uitkomsten. Leren, onzekerheid en – indien nodig – “naast de regels werken” zijn in Safety-II nodig bij onvoorziene situaties. Leren van incidenten zat al in Safety-I, maar lijkt nog centraler te staan in Safety-II. Het gaat dan niet om het leren van het negatieve, maar wel van positieve gebeurtenissen. Het gaat immers meestal goed; en hoe dat komt, dat gaan we in Safety-II meer onderzoeken: niet kijken naar waarom iets misgaat, maar kijken naar goed verlopende processen, wat meer energie geeft dan de negatieve aanpak van Safety-I. Kijken naar wat goed gaat, geeft focus op de best practices. De Safety-II-preventieadviseur kijkt dus naar wat goed gaat: hij zoekt de best practices op het gebied van gezond en veilig werken. Deze best practices zullen dan worden uitgewisseld met de operationele werknemers. In dit boek probeer ik deze best practices van Safety-II op een praktische manier toe te lichten aan de hand van arbeidsongevallen. Hoe kunnen we naar deze ongevallen kijken vanuit een Safety-II-bril?
Het boek “Van 50 naar 100 arbeidsongevallen – Relatie tussen wet- en regelgeving en Safety-II” dat recent ook bij Maklu Uitgevers verscheen, bespreekt aan de hand van vele ongevallen de in dit boek weergegeven visie op Safety-II.