Het bespreken van arbeidsongevallen is relevant. We zien door deze ongevallen dat de oorzaken verschillend zijn en dikwijls banaal. Achteraf kunnen we makkelijk zeggen: “hadden we maar ons gezond verstand gebruikt”. Maar vooraf deze banale voorvallen aanzien als oorzaak van een ernstig ongeval is quasi onmogelijk. Velen denken dit, vooral de rechtbanken en de inspectiediensten. Maar in realiteit is deze ‘achteraf beoordeling’ eerder flauw en gebaseerd op een premisse om koste wat kost ‘een schuldige te vinden’. En dat is problematisch, omdat bij vele ongevallen er gewoon geen schuldige is, maar gewoon een samenloop van omstandigheden. Koste wat kost een schuldige vinden is ongewenst. En het vinden van een schuldige op basis van vage wet- en regelgeving is te makkelijk. En vage en onduidelijke wetgeving
is er wel degelijk. Ik geef enkele voorbeelden: ‘voldoende wetgeving’, ‘geschikte risicobeoordelingen’ of ‘je moet de nodige voorzorg aannemen’. Dit zijn toch vage bepalingen. Ik noem het ‘stokken om mee te slaan’. Je hebt altijd wel een argument om mee te slaan, zeker na een ernstig ongeval.
Het steeds willen zoeken naar een schuldige of een aansprakelijke na een arbeidsongeval is gewoon onzinnig. Maar het is maatschappelijk gezien ook contraproductief. Contraproductief wil zeggen dat het steeds willen zoeken van een schuldige meer negatieve maatschappelijke gevolgen veroorzaakt dan positieve. Deze negatieve gevolgen zijn een verzwijgen, een geslotenheid, een wantrouwen en vooral een overdreven aandacht voor aantoonbaarheid, bureaucratie en compliance – ik noem het papieren veiligheid – die op zich het veilig en gezond werken op de arbeidsplaats negatief beïnvloeden.
Ik ben een grote tegenstander van ‘straffen na ongeval’ of ‘straffen na regelinbreuk’ omdat de negatieve gevolgen van een repressieve aanpak vele malen groter zijn dan de voordelen die dit oplevert. Het belemmert een openheid in je organisatie, creëert angst en stress en ook de psychologische veiligheid komt in het gedrang. Maar het is gemakkelijk om ‘tegen iets te zijn’. Het is moeilijker om positief te kijken naar gezond en veilig werken. En toch, ondanks de verstikkende veiligheidsbureaucratie gebaseerd op verouderde principes van het scientific management, ben ik voor. Ik ben voor een nieuwe aanpak van Safety-II. Op een positieve manier kijken naar wat goed gaat. Uitgaan van de werknemer als de oplossing van veiligheidsproblemen in plaats van het probleem, daar ga ik voor. En Safety-II kan niet op een eenvoudigere manier worden uitgelegd dan aan de hand van ongevallen. Daardoor kan dit nieuwe boek samengevat worden in drie punten:
- Een positieve manier om naar veiligheid te kijken;
- Via ongevallen spelenderwijs een beter zicht krijgen op de wet- en regelgeving;
- Via het bespreken van ongevallen een beter zicht krijgen op wat Safety-II nu juist is en wat Safety-II nu juist niet is.