Veel schaakspelers zijn ervan overtuigd dat succes in schaakpartijen vooral wordt bereikt met gedegen openingskennis, of met veel kennis van middenspel en eindspel in een partij. Die zijn allemaal belangrijk, maar in dit boek laten we zien dat er bij wedstrijdschaken meer komt kijken dan alleen kennis. Psychologische en mentale factoren zijn heel wezenlijk. Of het nu gaat om concentratie, opwinding, angst of een goed geheugen: ze zijn allemaal belangrijk. We illustreren dit met partijen en partijfragmenten, waarbij we ook te rade gaan bij sterke toernooispelers. Er worden er verschillende geïnterviewd.
En we kennen het fenomeen van de gevreesde tegenstander, de ‘Angstgegner’. Ook al ben je qua rating ongeveer even sterk als andere spelers, tegen de een speel je graag en behaal je goede resultaten, tegen de ander speel je liever niet, omdat het vaak slecht afloopt. De mentale en psychologische factoren in het spel zijn niet te onderschatten, maar er wordt bij training relatief weinig aandacht aan besteed. Daar gaan we in dit boek op in.
Tenslotte beschrijven we een trainingsmethode voor oudere spelers, die na een periode van niet spelen sterker willen gaan spelen.
Lofbetuigingen van de schaak(groot)meesters die aan dit boek hebben meegewerkt:
'Een onvolprezen prachtboek’ GM Karel van der Weide
‘Een geestverruimend boek’ GM Paul van der Sterren
‘Een goed boek over het denken van de schaker’ IM Rini Kuijf
‘Een echte opsteker voor schakers zoals ik, die al te veel klagen over hun geheugen!’ IM Jan Rooze
‘Leuk geheugensteuntje! Wie zou dat ooit bedacht kunnen hebben?!’ IM Manuel Bosboom