'Ik wilde niet te snel lezen; ik genoot, want Forugh weet zoveel verhalen te verbinden met elkaar. Je leeft echt mee met de strubbelingen en strijd van deze familie. Een kleine, subtiele roman.' – Abdelkader Benali Mijn naam is Nargis en ik ben zeventien. Mijn vader zegt dat als hij geweten had dat narcissen in Nederland geen geur hebben, hij me een andere naam had gegeven. Maar toen ik geboren werd, woonden mijn ouders hier nog niet zo lang, en als je in een azc woont kom je niet zoveel in aanraking met bloemen. Volgens babá ruiken narcissen in Afghanistan heel lekker, maar ik weet niet zeker of dat waar is. Hij vindt álles van vroeger mooier en beter. Het leven van Nargis staat op zijn kop. Haar broer Omíd zit vast, haar zus Niloufár beschadigt zichzelf, haar moeder zit wezenloos op de bank naar de Afghaanse televisie te kijken en haar vader zit avond aan avond stiekem wodka te drinken in de schuur. Maar dan stelt haar broer Nargis een vraag die alles op scherp zet en is het aan haar om te ontrafelen wat er precies is misgegaan – en het gezin weer bij elkaar.