Mei 1940. Met de vlucht van de koninklijke familie naar Engeland verdwijnt het kloppende hart uit de paleizen van de Oranjes. Verweesd en zonder instructies blijven de hofhouding en het personeel achter. Ingeklemd tussen angst voor de bezetter en loyaliteit aan de verdwenen 'principalen' vragen ze zich af of dit het einde van hun werk betekent. Zouden de Duitsers de paleizen bezetten en er de hakenkruisvlag hijsen? Als Seyss-Inquart de Oranje-eigendommen onteigent om te verkopen en Mussert daar ook op begint te azen, komt een even geraffineerd als heimelijk spel op gang om paleizen en hun kostbare inrichting, kunstcollecties, koetsen, archieven en wat al niet meer voor het vaderland te behouden. Zelfs de Duitse liquidator zal oogluikend toekijken hoe achterblijvers in en buiten de paleizen zich hiervoor inspannen. Voor het Hof is het belangrijkste dat Wilhelmina bij terugkeer alles aantreft zoals zij het had achtergelaten. Maar wat na vijf lange jaren de mooiste dag sinds 10 mei 1940 had moeten zijn, pakt voor vele achterblijvers toch anders uit dan gedroomd, zo laat Flip Maarschalkerweerd zien in deze uiterst boeiende reconstructie van een vergeten en pijnlijk hoofdstuk uit de geschiedenis van het Koninklijk Huis.