In dit boek komen vijftien bekende Surinaamse Nederlanders aan het woord. Ze vertellen over hun komst naar Nederland, over hun persoonlijke ervaringen en over hun visie op Nederland. De prikkelende verhalen geven niet alleen een beeld van de recente geschiedenis van Nederland en Suriname, maar leveren ook stof voor discussie. Zo legt Jetty Mathurin uit waarom ze bang geworden is voor de Nederlandse politie na de dood van Mitch Henriquez en stelt Humberto Tan dat we Syrische vluchtelingen moeten helpen uit solidariteit en niet ‘omdat het van Europa moet’. De verhalen werden opgetekend door Harry van Bommel (1962), politicus voor de SP in de Tweede Kamer.