Fredo en Luigi zijn broers, opgegroeid in Valsesia, een bergdal in Noord-Italië. Ze lijken op elkaar maar zijn toch heel verschillend, net als de boompjes die hun vader voor hen heeft geplant toen ze jong waren. Voor Fredo een spar: sterk, solide en schaduwrijk. Voor Luigi een lariks: een boom die snakt naar de zon en meebuigt met de wind.
De uit Milaan afkomstige Elisabetta, die in haar jeugd de zomers deels in Valsesia doorbracht, laat op haar eenentwintigste Milaan achter zich en verkast definitief naar het dal. Ze begint een relatie met Luigi, inmiddels boswachter, en is in verwachting van hun dochtertje. Fredo heeft het dal verlaten en is naar Canada verhuisd, waar hij houthakker is geworden. Zijn terugkeer naar Italië heeft alles te maken met de dood van hun vader en met diens lege, oude huis, ver weg van alles. En ook met een afrekening, en met een uiterste poging om het verleden onder ogen te komen.
Beneden in het dal is een pure, krachtige vertelling, waarvoor Paolo Cognetti zich heeft laten inspireren door het album Nebraska van Bruce Springsteen en door de verhalen van Raymond Carver en Flannery O’Connor. Herkenbaar is de geserreerde en toch beeldende schrijfstijl, en zoals gebruikelijk bij Cognetti spelen natuur en milieu een prominente rol. Een perfecte roman voor de vele liefhebbers van De acht bergen.