Roger Moorehouse beschrijft in ‘Zijn strijd’ een bewogen en vormende periode in het leven van Adolf Hitler: zijn gevangenschap in de Landsberg-gevangenis. Deze periode bleek de opmaat tot een van de grootste verschrikkingen uit de geschiedenis.
Toen Hitler na zijn mislukte staatsgreep, de Bierkellerputsch op 8 en 9 november 1923, in de Landsberg-gevangenis terechtkwam, werd verwacht dat hij weer in de obscuriteit zou verdwijnen. Niets bleek minder waar. Tijdens zijn rechtszaak werd het de terneergeslagen Hitler duidelijk dat hij de publiciteit kon gebruiken om aanhang te verwerven, wat resulteerde in een nieuwe vastberadenheid. In het jaar dat Hitler in Landsberg doorbracht, werkte hij het nazigedachtegoed verder uit. Hij ontving vrienden en bewonderaars, behield de controle over zijn partijgenoten en dicteerde zijn manifest ‘Mein Kampf’ (‘Mijn strijd’) aan vertrouweling Rudolf Hess.