Een vlaag van natte hond wurmt zich door dikke blauwe wierookwolken in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. De penetrante geur van lijken in ontbinding vermengt zich met de parfumwalm van opgetutte kooplui. Aan een van de tientallen zijaltaren rinkelt voor de honderdste keer een bel. Orgelspel en klokkengelui overstemmen de kreet van een marktkramer bij het portaal. In het schemerduister, langs monumentale schilderijen en fluwelen gordijnen, turen heiligen naar de wirwar van kerkgangers. En wat te denken van de vrouwen die afgehakte vingers onder het altaar verstoppen? Laat je in dit boek meevoeren naar een van dé hotspots van de 16de eeuw: de Onze-Lieve-Vrouwekerk, vanaf 1559 de 'kathedraal' van Antwerpen. Dit majestueuze bouwwerk was het kloppend hart van de stad, waar diepgelovige parochianen het pad kruisten met hondenslagers, pelgrims en veehandelaars. De religieuze sereniteit was er soms ver te zoeken.