Sinds het ontstaan van de wetenschap in de 16e eeuw, heeft zij de mensheid overwegend gedirigeerd in de richting van het materialisme en als consequentie naar het atheïsme. Dat is geen verwijt noch compliment, maar een constatering van historische ontwikkelingen. Deze historische ontwikkelingen zijn veelal het logische gevolg van een opeenvolging van wetenschappelijke ontdekkingen, en de filosofische implicaties van deze ontdekkingen. Sinds het begin van de 20e eeuw is daar een verandering in gekomen. Relativiteit en kwantum fysica vormden de opmaat naar een revolutie in de natuurkunde, die omgedoopt werd tot de Nieuwe Natuurkunde. Vervolgens werd in de jaren 70 van de vorige eeuw ontdekt dat het universum op alle niveaus, en vanaf de eerste miljardste van een seconde tijdens zijn ontstaan, op een mysterieuze manier ge-finetuned is. Deze fine-tuning behelst het onverklaarbare evenwicht tussen de vier basis krachten van het heelal, de zwaartekracht, het elektromagnetisme, en de sterke en zwakke kernkrachten. Deze ontdekking impliceert dat zelfs de meest basale bouwstenen van materie, zoals atomen en haar sub-atomische onderdelen, slechts kunnen bestaan bij de gratie van een onverklaarbaar, complex en delicaat evenwicht van deze basis krachten. De kans dat deze fine-tuning spontaan of toevallig tot stand had kunnen komen, is niet alleen onwaarschijnlijk, maar volstrekt onmogelijk. De wiskundige analyses op dit punt zijn onontkoombaar en onverbiddelijk. In "Intelligentie of Chaos” legt de auteur uit dat de complexiteit en fine-tuning van het universum slechts verklaard kan worden door de aanwezigheid van een allesomvattende intelligentie. Deze allesomvattende intelligentie kun je elke naam geven, of elk etiket aan toekennen. Bij een allesomvattende intelligentie ligt de term God natuurlijk voor de hand. Effectief impliceert deze conclusie een wetenschappelijke rehabilitatie van God, ondanks de weerstanden die een dergelijke conclusie bij sommigen oproept. Wetenschap dient objectief en onbevooroordeeld te zijn in de speurtocht naar kennis, inzicht en waarheid. Ondanks al het gedoe rondom religies en fundamentalistische randverschijnselen, dienen we onvermijdelijke wetenschappelijke en logische conclusies te omarmen voor wat ze zijn. De conclusie van de auteur, en van een toenemend aantal wetenschappers en filosofen, is dat niet chaos en toeval de drijvende krachten zijn achter ons universum, maar intelligentie en bewustzijn.