Jan Ligthart wordt door zijn rederij als eerste stuurman geplaatst op de Alma, een Liberiaan met een overwegend Griekse bemanning, voor een reis naar de Perzische Golf. De kapitein blijkt volkomen onbekwaam, maar wordt hooggehouden door de bemanning. De airconditioning gaal kapot, een matroos sterft van de hitte en een muiterij wordt ternauwernood voorkomen. Naarmate de reis vordert gaat het beter. Ligthart ziet zelfs kans de kapitein mentaal weer op te vijzelen. Al brengt hij het daarmee verder dan zijn voorganger, toch gaat hij er tenslotte onderdoor.
Jan Noordegraaf laat voortreffelijk zien, dat het varen met buitenlanders meer is dan alleen ander eten en het spreken van een andere taal- je hebt te maken met een andere cultuur. Toch zijn het zeelui die het schip van de ene naar de andere plaats varen. Zij doen het op hun eigen manier en dat is vaak wel even wennen.
Tot in de jaren tachtig was het uitvlaggen van schepen eerder regel dan uitzondering en menige zeeman heeft zich daardoor als een kat in een vreemd pakhuis gevoeld. In dat opzicht is "Onder goedkope vlag" nog volkomen aktueel.