De jonge Schoonhoven volgde de MULO in Delft; hij tekende veel en kreeg op zijn 13e les van een plaatselijke kunstschilder. Zo maakte hij al reeksen karikaturen die hij voor een cent per stuk verkocht.[1] Van 1930 tot 1934 studeerde hij aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Het was crisistijd en een baan kon hij niet vinden. Zijn ouders wilden dat hij die opleiding deed om tekenleraar te worden en zo een vast inkomen te verdienen.
Schoonhoven begon in zijn academiejaren voor zichzelf te schilderen in de stijl van het Duitse expressionisme. Het werk van Paul Klee inspireerde hem; ook George Grosz en Otto Dix kon hij erg waarderen.[2]
Zijn eerste (groeps)expositie had hij in 1938 bij De Onafhankelijken in Amsterdam. Tijdens de oorlogsjaren tot 1945 heeft hij nauwelijks in loondienst gewerkt; in 1941 verbleef hij nog korte tijd in kamp Amersfoort. Tot 1948 maakte hij naar eigen zeggen veel werk in de stijl van Paul Klee, waarmee hij toen bewust is opgehouden. Zijn werken zijn in die jaren verschillende keren tentoongesteld bij de Haagse Kunstkring waar hij lid van was. Veel werk uit deze vroege tijd heeft hij kort daarna vernietigd