Jos Brink zitten op de grond
Van beroep ben ik dus cabaretier, of acteur, hoe je het noemen wilt, maar de nevenwerkzaamheden, waar je overigens schatrijk van zou kunnen worden, hebben daar natuurlijk niets mee te maken. Stel je voor dat ik gedurende een half jaar eens per week in een satirisch televisieprogramma niet meer had gedaan dan mijn broek uittrekken. Dan was ik nu ook een zeer bekende Nederlander geweest. En dan werd ik óók gevraagd voor het eierenklutsen, het taartwippen, de kamelehap of het edele krokettrekken. Want ze vragen je niet omdat je zo kostelijk heen en weer springt in een musical, welnee, je hebt een bekend hoofd en hoe die harses eruitzien, doet er in het geheel niet toe. Ik wil best tegen een geflatteerde gage het spiegelraam komen lappen van schoonheidsinstituut 'Anja' te Bergambacht, als ik er dan maar wel bij mag zeggen hoe belachelijk het eigenlijk is. Je laat dan van die kalefaterwinkel niet erg veel heel, dat weet ik wel, maar door die relativering valt de spiegelruit heus niet in diggelen en jij zelf ook niet: en passant onthouden de omstanders tóch de naam van de firma wel; en is dat niet de onschuldige bedoeling? Ik ben me ervan bewust dat ik, door dit principe, een heleboel broodbeleg misloop. Maar ik vind dat er al te veel niet-serieuze zaken ernstig worden. Er zijn in dit leven loze taartwippers voldoende, waar of niet. Lach met jezelf, het leven wordt aldus een sportief gehonoreerde schnabbel. En als het zo nodig moet doe ik de herder van de H. Petrus en Pauluskerk wel gratis in bad. Als u maar niet komt kijken.