Eeuwenlang heeft de mens gedacht dat hij het hoogst ontwikkelde wezen op aarde was. Dit boek begeleidt de televisieserie en is een vernieuwend waagstuk in de wereld van de natuurlijke historie. Het verschaft een schat aan fascinerende, nieuwe informatie over het vraagstuk hoe dieren en zelfs planten de wereld om zich heen waarnemen en interpreteren. Elk hoofdstuk concentreert zich op een facet van het dierlijk bewustzijn en kijkt naar de ongelooflijke, fysieke aanpassingen, die zich ontwikkeld hebben over vele miljoenen jaren.
De arend, die van zeer grote hoogte neerduikt op een prooi, ziet een vergroot beeld in het midden van zijn gezichtsveld, terwijl sommige slangen zeer verfijnde infrarood-detectoren hebben, waarmee zij in volslagen duisternis een prooi feilloos kunnen ‘zien’. Duiven leren bijzondere geuren te associëren met hun woongebied en zij vertrouwen hierop om de weg te vinden. Monarchvlinders gebruiken het magnetisch veld van de aarde om de weg te vinden tijdens hun jaarlijkse trektocht van 4000 km. Vleermuizen vliegen met grote snelheid rond, geleid door een systeem van echolokatie dat even ingewikkeld is als elke radar. De kangoeroerat heeft een dusdanig verfijnd gehoorzintuig dat hij de bewegende schubben van een naderende slang kan horen en wegvluchten. Planten zijn in staat de veranderingen van de daglengte waar te nemen en hun bloemen te openen als de bestuivende insekten actief zijn. Ze zijn zo nauwkeurig dat er een ‘bloemenklok’ van gemaakt kan worden.
Supersense is prachtig geïllustreerd met meer dan 200 kleurenfoto’s en afbeeldingen. Het boek opent een geheel nieuwe wereld van tot nu toe onvoorstelbare vormen van zintuiglijke waarneming.