in tegenstelling tot de preoccupatie van de Freudiaanse psychopathologie, drong Maslow aan op een "psychologie van het hogere leven" die aandacht zou besteden aan de vraag "waar de mens naartoe zou moeten groeien."[2] In zijn werk beschreef Maslow de ervaring van iemands leven als zinvol als gebaseerd op een gevoel van vervulling en betekenis.[3]
Maslows theorie van "piekervaringen" is vergeleken met William James' "gezond-geïnspireerde" religie.[4] Maslow veronderstelde een negatieve relatie tussen het vasthouden aan conventionele religieuze overtuigingen en het vermogen om piekmomenten te ervaren.[5]
In Religions, Values, and Peak Experiences stelde Maslow dat de piekervaring "wordt gevoeld als een zelfvaliderend, zelfrechtvaardigend moment dat zijn eigen intrinsieke waarde met zich meebrengt." Bovendien is de persoon het "creatieve centrum van zijn (of haar) eigen activiteiten