Tot zo’n honderdvijftig jaar geleden behoorde Zuidoost-Drenthe ten de achterhoeken van Nederland. De geschiedenis van dit land komt in een stroomversnelling met de vervening. Aan alle kanten werd het gebied met kanalen en wijken doorsneden. In tijd van tachtig jaar is een metersdik veenpakket vergraven en afgevoerd. Onbewoond veenmoeras veranderde in een landbouw-en industriegebied, dat duizenden aantrok die in de turfgraverij hun geluk wilden beproeven. Toen het met de vervening gedaan was. werd de regio in een ernstige crisis gedompeld, die pas na de Tweede Wereldoorlog geleidelijk aan is overwonnen. De crisistijd ging gepaard met grote armoede en veel sociale strijd. Na de oorlog beleefde de kern van het gebied. Emmen, de transformatie van Drents esdorp tot een industriestad van 5o.ooo inwoners. Deze Geschiedenis van Emmen en Zuid-Ooost-Drenthe werd samengesteld door een team van vijftien historici onder redactie van de provinciaal historicus M. A. W. Gording. Na een uitvoerige inleiding over de vroegste geschiedenis van het gebied tot aan 1850 wordt de sociale en economische ontwikkeling beschreven, met hoofdstukken over werken en leven in het veen, de crisistijd, de oorlogsjaren, de sociale strijd, het veenbedrijf en over de jongste ontwikkeling van de kern van het gebied, Emmen.