In dit boekje stelt de Amerikaanse experimentele psycholoog Amedeo Giorgi zich te weer tegen wat wel de amerikanisering van de psychologie genoemd wordt: de poging om de mens met behulp van de natuurwetenschappelijke methode te verklaren. In een kritische analyse van de ontwikkeling van de moderne psychologie laat hij zien dat door het slaafs navolgen van het natuurwetenschappelijk voorbeeld zowel de eenheid als de relevantie van de psychologie in een crisis zijn geraakt. Honderd jaar na aanvang heeft de wetenschappelijke psychologie nog steeds geen adequaat zelfbegrip. Giorgi meent dat de wijsgerige fenomenologie een nieuwe grondslag kan bieden voor een menswetenschappelijke psychologie die relevant is voor de problemen van de mens in zijn leefwereld. Giorgi's uiterst heldere betoogtrant en grondige kennis van het empirisch onderzoek maakt dit boekje tot een indringend pleidooi voor een nieuw paradigma in de psychologie. Het betoog van Giorgi wordt ingeleid door Theo de Boer, hoogleraar in de wijsgerige antropologie aan de Universiteit van Amsterdam en van een nawoord voorzien door Carel van Parreren, hoogleraar in de psychologische functieleer aan de Rijksuniversiteit van Utrecht.