Over de fascinerende evolutie in het werk van Gust De Smet die met zijn eenvoudige doch grootse schilderstijl uitgroeide tot de icoon van het Vlaamse expressionisme.
Wanneer Gustave De Smet zich rond 1905 samen met onder meer zijn broer Leon, Frits Van den Berghe en Constant Permeke in Sint-Martens-Latem vestigt, deelt hij met hen een gezonde maar weinig inspirerende oriƫntatie naar het impressionisme dat eigenlijk op dat ogenblik in Frankrijk over zijn hoogtepunt heen is. In de jaren voor de eerste wereldoorlog laat hij zich niet zelden bekoren door symbolistische toetsen in zijn oeuvre, maar het is tijdens zijn Nederlandse ballingschap gedurende de oorlog dat hij in het expressionisme zijn ware stijl ontdekt. Zowel in zijn landschappen als in zijn figuren weet hij een harmonieuze, expressieve kunst te ontwikkelen die hij meesterlijk combineert met een eigen kubistische stijl. Tot aan zijn dood in 1943 drukt Gustave De Smet met honderden doeken, tekeningen en etsen zijn eigen, unieke stempel op het Vlaamse expressionisme.