De novelle De Mei-jaren vertelt over Sibren Hartman en zijn vrouw, Dop Meis, die beiden kunstschilder zijn. Dop is beroemd geworden door het schilderen van sombere Groningse landschappen. Ze wonen in een boerderij in de Noordpolder, ingeklemd tussen de graanvelden en de waddendijk, tenminste dat gelooft Sibren. Want op een dag is niets meer zeker. Er komt een onbekende man aan de deur die beweert Sibren naar de bakker in het dorp te zullen brengen, in plaats daarvan beginnen ze aan een vreemde, verwarrende tocht, die de lezer langzamerhand de waarheid over Sibren en Dop doet inzien. Anjet Daanje schreef de novelle De Mei-jaren in 2004 toen zij het Belcampo Stipendium kreeg toegekend, de literaire prijs van de Provincie Groningen.