Guya en Lex gaan op trektocht in Lapland, om te ontsnappen aan de frustrerende westerse beschaving en te kunnen 'liefhebben in vrijheid'. In een knappe compositie wordt de lezer door flashbacks geconfronteerd met de tegenstellingen tussen het zuivere Lapland en het banale Vlaanderen, tussen de artistieke aantrekkelijke minnaar Lex en de burgerlijke, saaie echtgenoot Peter. Maar na de redeloze liefde en de seksuele roes ziet Guya Lex als een kleine jongen die maar niet volwassen wordt, en zich graag als een macho en heerser gedraagt. Een man die angst heeft om lief te hebben, en daardoor een soort dekhengst wordt.