Vijftien maanden wil antropoloog Kenneth Good bij de Yanomami in het Amazonegebied blijven. Het worden twaalf jaren, waarin hij hun taal leert spreken en zich bij dit 'woeste en gewelddadige' oerwoudvolk thuis gaat voelen. Good wordt door de dorpsgemeenschap opgenomen en trouwt Yarima, een Yanomamivrouw. Zij gaan naar de Verenigde Staten, waar de jonge vrouw uit het primitieve regenwoud geconfronteerd wordt met de moderne westerse maatschappij.