Na een ruzie met zijn vader besluit de vijftienjarige Simon de zomer door te brengen bij zijn oom, die in een Parijse banlieue woont. Daar ontmoet hij Youssef, een Algerijnse jongen met een hang naar avontuur. De twee zijn al snel onafscheidelijk. Samen klimmen ze op gebouwen en zwerven ze over de daken van de stad - steeds hoger, op zoek naar het gevoel vrij te zijn. Maar wanneer Simon door een ongelukkig toeval Youssefs grootste geheim ontdekt, komt hun vriendschap onder druk te staan. Steeds sneller drijven de jongens uit elkaar, met fatale gevolgen voor henzelf én voor vele anderen.
Land van dadels en prinsen is een verhaal over vriendschap en verraad, over terrorisme, over de tijd waarin we leven en de ongemakkelijke verhouding die mensen met een migratieachtergond vaak hebben met het land waarin ze wonen.