Het jaar 490 voor Christus. Athene is in oorlog met de Perzische koning Darius I. Aan de vooravond van de slag bij Marathon vertelt de jonge soldaat Leander aan de hand van zijn eigen leven over de recente geschiedenis van Athene. Hoe langer hij spreekt, hoe meer soldaten het verhaal willen horen. Ze luisteren ademloos hoe Leander als zoon van een welvarende, politiek geëngageerde olijvenkweker betrokken raakt bij de val van de tirannen Hippias en Hipparchos, hoe hij als schatkamerbewaarder de geheimen van het orakel van Delphi ontrafelt en hoe de burgers van Athene na jaren van onderdrukking door koningen en tirannen eindelijk het heft in eigen handen nemen.