Terwijl Elizabeth Nobel werkte aan haar roman Het talent, was haar moeder stervende. Twee keer in de week zocht de auteur haar in haar verzorgingsflat op en hield een dagboek bij van hun beider stemmingen en ervaringen. Wat voor houding neem je als kind aan tegenover een moeder wier geheugen minder wordt en die steeds afhankelijker van je wordt? En wat moet je doen wanneer je moeder aangeeft niet meer verder te willen leven? In een liefdevol portret gaat Elizabeth Nobel op zoek naar het meisje en de vrouw die haar moeder was. Ze verbindt haar moeders laatste maanden in de verzorgingsflat met haar eerdere leven in Indiƫ, Engeland en Nederland. Diamanten op mijn wang wordt zo een sonate over het waardige afscheid van een vrouw die nooit een plaats voor zichzelf opeiste.