Het schoolmeisje Liesje van Zuylen, vijftien jaar oud, krijgt van haar leraar Nederlands meneer van Dale een taak voor de paasvakantie: het interviewen van moderne schrijvers. Zij reist in haar miniszjuupje van Wassenaar naar Amsterdam, en al in de trein ontmoet ze ene Cees Bakels, 'stoont als de pest', die 'gediggies' schrijft. In de hoofdstad verschijnt ze op het spreekuur van de Best Gekapte Schrijver van Nederland, die haar onderwijst in Seks als de Filosofie van het Zijn in de Praktijk. Op haar avondturentocht in luiletterland ontmoet Liesje verder nog onder meer Het Roofdier, Pim en Mien, en de schrijver in Huize Walgra.
'Zo raast het boek, hoogst amusant, van het ene parodistische element naar het andere. Een lekker en verlekkerd boekje.'
Alfred Kossman