De Hollandse samenleving in de Gouden Eeuw was bij uitstek een stedelijke samenleving.
De steden in de jonge Republiek waren vanaf 1600 snel gegroeid en beleefden een periode van ongekende bloei. De trots van de burgers op schoonheid en voorspoed van de eigen stad, met haar oude en nieuwe monumenten, lijkt zijn weerslag te hebben gevonden in de populariteit van het stadsgezicht.
Stedelijke overheden lieten al in het begin van de eeuw portretten van hun stad schilderen; profielgezichten waarbij de gehele stad in beeld werd gebracht.
Daarnaast namen landschapschilders steeds vaker stadsgezichten op in hun schilderijen. In deze werken speelt de ligging van een stad, dikwijls aan een rivier, een belangrijke rol.
Na 1650 legden veel meer kunstenaars zich toe op het stadsgezicht. Zij begaven zich nu ook binnen de stadsmuren en schilderden gezichten op grachten, straten en pleinen.
Deze schitterende uitgave biedt een overzicht van het genre, waarvan Vermeers Gezicht op Delft van het Mauritshuis ongetwijfeld het hoogtepunt is.