'Wat een fijn boek' Het Parool
****NRC
‘Een boeiend bladerboek’ **** Knack
’Een onwaarschijnlijk fraai boek over eenzaamheid, heldendaden en natuurgeweld waarvan je niet wist dat je het wilde hebben, totdat je het ziet.' VPRO Gids
'Betoverend boek vol mysterieuze verhalen.' ZIN
‘Ga op expeditie met de Atlas van vuurtorens aan het einde van de wereld’ De Morgen
Een prachtige literaire en visuele reis langs bijzondere vuurtorens op de meest unieke, afgelegen plekjes van de wereld
Atlas van vuurtorens aan het einde van de wereld is een unieke verzameling van meer dan dertig waargebeurde verhalen over vuurtorens, met prachtige, kleurrijke illustraties, bouwtekeningen en zeekaarten.
Een blinde vuurtorenwachter in Rusland zorgt dat er licht schijnt op de poolcirkel. Een dapper meisje uit de Verenigde Staten zal voor altijd herinnerd worden om haar hulp bij verschillende schipbreuken. In Nieuw-Zeeland dreigt een klein vogeltje uit te sterven na de bouw van een vuurtoren en de komst van de nieuwe vuurtorenwachter en zijn kat. Op het zuidelijkste puntje van Argentinië spookt het. Een Britse excentriekeling bouwt een toren op open zee om er later te sterven. Twee bewakers verdwijnen op mysterieuze wijze uit een eenzame baai op Robbeneiland. Al deze verhalen voeren ons naar horizonten waar bijzondere figuren als Nelson Mandela, Edgar Allan Poe en Virginia Woolf elkaar ontmoeten en waar momenten van gekte en eenzaamheid, moed en geluk elkaar opvolgen.
José Luis González Macías schreef én ontwierp dit visueel verbluffende boek. Het resultaat is een reis rond de wereld om bij weg te dromen.
In de pers
‘Dit boek staat vol mysterieuze verhalen die de lezer naar afgelegen plekken en andere tijden transporteren.’ El País
‘Een boek dat je volledig onderdompelt in een dertigtal verhalen over uitzonderlijke vuurtorens, met schitterende illustraties, zeekaarten, bouwtekeningen en andere curiositeiten. Na het lezen van dit boek wil je het liefst zelf een tijdje in een vuurtoren wonen.’ National Geographic
‘Een visueel aantrekkelijk boek, net zo geweldig als de verhalen over de vuurtorens die erin staan.’ La Razón