In 1918 verschenen Nescio's verhalen 'De uitvreter', 'Titaantjes' en 'Dichtertje' voor het eerst in boekvorm. In de loop der tijd maakte J.H.F. Grönloh zich bekend als de man achter dit pseudoniem, maar hij bleef verder buiten de literaire wereld. Ook na zijn dood in 1961 hield zijn familie de deur voor biografen gesloten. In 'Nescio. Leven en werk van J.H.F. Grönloh' gaat die deur eindelijk open. Uit niet eerder gepubliceerde documenten rijst een fascinerend portret op van de gecompliceerde man die deze verhalen schreef. Verhalen die een basis hebben in zijn eigen leven: zijn jeugd, zijn idealistische jaren, zijn verliefdheid op zijn latere vrouw, het gezinsleven en zijn carrière van kantoorbediende tot directeur. Hij maakte een maandenlange zakenreis door Brits-Indië, waarvan hij in brieven verslag doet. De vele brieven aan zijn dochter in Groningen geven een beeld van Amsterdam in oorlogstijd, het leven tijdens de hongerwinter en van de jaren daarna, toen hij eindelijk kon doen wat hij het liefste deed: zwerven door Nederland. Nescio schittert in de vele citaten uit de brieven. De biografie laat eens te meer zien wat een groot stilist hij was.