Stel dat de sociologen en psychologen van het Centraal Bureau voor de Statistiek erachter willen komen hoe gelukkig de gemiddelde Nederlander is. Ze sturen enqu formulieren naar een representatieve groep Nederlanders en verwerken vervolgens de uitkomsten. Met behulp van computers komen ze tamelijk eenvoudig achter de mate van geluk van de gemiddelde Nederlander. Ze gaan echter voorbij aan vraag: wat is geluk? En dat geldt voor alle vakwetenschappen: wat-vragen worden niet gesteld.
Precies daar begint het domein van de filosofen. In essentie vragen ze niet m dan 'wat is?' Maar welke instrumenten staan hun ter beschikking? Met computers of reageerbuisjes komen ze niet veel verder. Het antwoord is dan ook: filosofen hebben geen laboratoria en ze hebben die ook niet nodig. Hun hoofd dient als ontleedkamer, en hun theorie toetsen en ontwikkelen ze met behulp van gedachte-experimenten. In deze laboratoria van de geest genieten ze alle vrijheid om de werklijkheid te manipuleren.
In Het laboratorium in je hoofd, of hoe filosofen te werk gaan vertelt Sebastien Valkenberg op even inzichtelijke als onderhoudende wijze over de vele onderwerpen waarmee filosofen zich in de loop van de eeuwen hebben beziggehouden, zoals de status van kennis, de motieven achter menselijk gedrag en de vraag naar identiteit.
Sebastien Valkenberg studeerde filosofie en Nederlands aan de Vrije Universiteit Amsterdam en publiceert in Filosofie Magazine, Bres on Hollands Maandblad. Hij werd 2005 door Elsevier uitgekozen als een van de meest veelbelovende jonge Nederlandse filosofen.