Heinz Oster was pas vijf jaar oud toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam. Als een van de 2.011 Joden die in Keulen in 1941 door de Gestapo werden opgepakt, werd ook hij gedeporteerd. De twaalfjarige jongen werd vervolgens van kamp naar kamp gestuurd. In Auschwitz ontsnapte hij aan de gaskamer omdat de paardenfokkerij staljongens nodig had. Hij hield zich wanhopig vast aan de overtuiging dat als hij zich onmisbaar zou maken, hij een grotere kans zou hebben om deze hel te overleven.
Heinz was een van de weinige Keulse Joden die na de oorlog de kampen levend verliet. Na de oorlog emigreerde hij naar Amerika en veranderde zijn naam in Henry. Dit is zijn verhaal.