Enkele weken nadat de moeder van Didier Eribon noodgedwongen naar een verpleeghuis moest, overleed ze. De schok van de overgang was te groot geweest.
Na haar dood hervatte Eribon de persoonlijke en sociologisch-filosofische verkenning die hij was begonnen in Terug naar Reims na de dood van zijn vader. Hij analyseert de aftakeling van zijn moeder, het schuldgevoel van haar kinderen en de belabberde situatie in verpleeghuizen. Maar ook blikt hij terug op haar leven als arbeidersvrouw met een liefdeloze, jaloerse man. En op de vrijheid waarover ze na diens dood eindelijk – te kort – kon beschikken. Zijn eigen visie ondersteunt hij met een brede greep uit literatuur over hetzelfde thema, van Beauvoir tot Brecht.