Tsjechov is na Shakespeare de belangrijkste en meest gespeelde toneelschrijver van Europa. Als verhalenverteller is hij de eerste onder zijns gelijken. In scènes waarin domheid, wreedheid, bijgeloof en wodka de basisbestanddelen vormen, toont hij ook altijd de tederheid en ontroerende naïviteit van zijn volk.
Tsjechov had geen hoge pet op van de mensheid, al komen vrouwen er bij hem toch wat beter vanaf. De kern van zijn wereldvisie is het besef dat werkelijke communicatie tussen mensen zo goed als onmogelijk is.
Hij oordeelt niet. Hij laat ons achter met talloze mogelijke interpretaties. Daarnaast imponeren zijn natuurbeschrijvingen en de humor waarmee hij zelfs de gruwelijkste verhalen kruidt. Een schrijver die in geen boekenkast mag ontbreken.