Agatha Christie werd in 1890 geboren in Torquay, een badplaats aan de Engelse zuidkust. In 1918 waagde zij zich aan het schrijven van haar eerste detectiveroman, ‘De zaak Styles’, waarin een Belgische detective de misdadiger ontmaskert.
In 1976 overleed Agatha Christie; tot een jaar voor haar dood had ze jaarlijks ten minste één nieuw boek bij haar uitgever afgeleverd. Er verschenen tot nu toe al meer dan vijfhonderd miljoen exemplaren van haar boeken; ze was een van de meest vertaalde auteurs ter wereld. Haar Belgische detective Hercule Poirot is sinds zijn optreden in de zaak Styles een begrip geworden voor elke detectivelezer.
De Eenentwintigste Vijfling is een echte Poirot-omnibus: in alle vijf de boeken en korte verhalen vervult hij de speurdersrol. In ‘Het ABC-mysterie’ krijgt Poirot een brief waarin wordt aangekondigd dat er op 21 juni in het plaatsje Andover iets gaat gebeuren. De brief is ondertekend met ‘ABC’. Eerst denkt Poirot aan een grap, maar op de aangekondigde datum en plaats wordt inderdaad iemand vermoord. En dan komt er een tweede brief.
In ‘Poirot speelt bridge’ wordt de Belgische detective door de geheimzinnige mijnheer Shaitana uitgenodigd voor een gezellig avondje, met een aantal bijzondere gasten. Shaitana heeft een gevaarlijke hobby: hij ‘verzamelt’ niet-ontdekte moordenaars.
In de drie korte verhalen, tenslotte, weet Poirot een juwelendiefstal, de verdwijning van een bekende bankier en een serie geheimzinnige sterfgevallen tijdens een archeologische expeditie op te lossen.