Rond 1950 heeft Nederland zich hersteld van de materiële schade die de Tweede Wereldoorlog had aangebracht. De wederopbouw naderde zijn voltooiing en Nederland stond aan het begin van een gouden kwarteeuw van aanhoudende economische groei en welvaartsverbetering. Welvaart in zwart-wit beschrijft de cultuurgeschiedenis van de naoorlogse periode tot ongeveer 1973. Het was een periode, waarin het 'economische wonder' plaatsvond en de sociale partners samen met de overheid het sociaal-economische beleid uitstippelden. De verzorgingsstaat kreeg zijn vorm.
De fysieke en natuurlijke omgeving werden geheel gereconstrueerd: steden werden vernieuwd en het boerenland werd verkaveld. Het wegennet werd sterk uitgebreid om de toenemende aantallen auto's en bromfietsen ruimte te geven. De Deltawerken en de Rotterdamse haven werden het nieuwe gezicht van Nederland in de wereld. De periode van 1950 tot 1973 kenmerkt zich ook door uitbreiding van het onderwijs en de wetenschappen en, vooral na 1965, door snelle veranderingen in de traditionele bindingen van religie en politiek. In Welvaart in zwart-wit wordt een genuanceerd beeld gegeven van de jaren vijftig, die geenszins saai of benepen bleken te zijn, en van de daaropvolgende jaren zestig, waarin ineens toch 'alles anders moest'. De cultuur in die tijd komt ruim aan bod: de naoorlogse literatuur, de beeldende kunsten en de moderne schilders van Cobra, toneel, muziek en dans. Het boek wordt aangevuld met een beeldverhaal van zwart-witfoto’s uit de jaren vijftig en zestig.