Bijna tweeduizend jaar lang werd Herodes, Koning der Joden ten tijde van Christus' geboorte, beschouwd als een van de wreedste mensen die ooit hebben bestaan.
Steeds weer werd hij beschreven als een bloeddorstig tiran, die niet alleen zijn vrouw Mariamme en drie van zijn zoons vermoordde, maar aan het eind van zijn leven zelfs zou hebben getracht de Messias, Zoon van God, om het leven te brengen. Daarvoor werd Herodes volgens de christelijke overlevering in alle eeuwigheid verdoemd. Weliswaar heeft het wetenschappelijk onderzoek de kindermoord van Betlehem - die in zijn opdracht zou zijn gebeurd - reeds met vraagtekens omgeven, maar dat neemt niet weg dat Herodes door velen nog steeds wordt beschouwd als 'het grootste monster uit de wereldgeschiedenis'. De auteur van dit boek toont echter aan, dat Herodes een van de belangrijkste heersers was die het joodse volk heeft gehad; hij beschrijft diens tragische vergissingen, maar ook zijn opvallende successen en maakt de lezer duidelijk wat deze 'verdoemde' heerser voor het nageslacht heeft betekend.