Leven, het lijkt zo gewoon. Maar het leven is afhankelijk van vele fysische wetten en grootheden. Natuurconstanten zoals de lichtsnelheid of de constante van Planck zijn willekeurig (of niet?). Als ze maar een iets andere waarde zouden hebben, zou er geen leven op aarde mogelijk zijn. Of zelfs geen heelal. Het lijkt alsof het heelal precies op maat is gemaakt om leven op aarde mogelijk te maken. Fysicus en schrijver Paul Davies gaat in Perfect universum in op deze stelling en onderzoekt de meest gangbare theorieën van de moderne natuurkunde. Steeds meer wetenschappers verklaren de uitzonderlijke omstandigheden waaronder het leven mogelijk is uit het feit dat ons universum slechts één van de vele universa is. Men spreekt in dat verband ook wel van een multiversum: vele parallelle heelallen met steeds andere wetten. Slechts in één heelal (of zijn er meer?) zijn alle fysische wetten en grootheden perfect op elkaar afgestemd. Davies probeert verder te kijken dan deze verklaring; welke rol speelt het leven zelf in het ontstaan van dit perfecte universum? Het lijkt een vreemd en onmogelijk idee, maar zijn heden en verleden met elkaar verweven? Davies vraagt zich hardop af wat er voor de Big Bang gebeurde, en of een theorie van het alles wel bestaat. Uiteindelijk komt hij ook tot de grote levensvragen. Wat doen we hier eigenlijk? Waar komen we vandaan?