Oliver wordt geboren op een donkere en stormachtige nacht, in een vochtig armzalig kamertje met alleen wat kaarslicht. Hij groeit op in een weeshuis, waar hij voortdurend wordt geconfronteerd met de wreedheden van de leiding tegenover de jongens. Op een dag heeft hij er genoeg van en besluit hij naar Londen te vertrekken. Daar maakt hij kennis met een aantal boefjes. Bij hen voelt hij zich voor het eerst van zijn leven welkom. Maar in zijn onschuld realiseert hij zich niet dat het hier gaat om een vorm van vriendschap waarvoor hij uiteindelijk een hoge prijs zal moeten betalen...