Szabolcs, een Hongaarse jongen, woont in Duitsland en speelt voor het lokale voetbalteam met Bernard. De twee jongens zijn kamergenoten, beste vrienden en onafscheidelijk. Na een verloren wedstrijd krijgen de twee vrienden ruzie en Szabolcs besluit alleen terug te gaan naar Hongarije naar de boerderij die hij van zijn opa heeft geërfd in de hoop op een makkelijker leven. Zijn eenzaamheid duurt niet lang. Kort na zijn terugkeer ontmoet hij Áron en de jongens voelen zich langzaam tot elkaar aangetrokken. Szabolcs lijkt zichzelf eindelijk gevonden te hebben. Dan krijgt hij een onverwachts telefoontje.