José de Nebra, geboren in 1702 in een muzikantenfamilie uit Aragón, maakte reeds als jongeman carrière in Madrid: op 17-jarige leeftijd nam hij de functie van organist over van Tomás de Victoria en oogstte ook groot succes bij de opera. In 1736 werd hij benoemd tot organist en later tot vice-kapellmeister van de Koninklijke Kapel. Na de kroning van Fernando VI en zijn vrouw Bárbara de Braganza beleefde het muziekwerk aan het hof een grote opleving: de koningin haalde de beroemde musici Scarlatti en Farinelli naar het Spaanse hof en ook de Koninklijke Kapel beleefde een grote bloei. Nebra's Requiem, voor het eerst uitgevoerd op de begrafenis van koningin Doña Bárbara de Braganza op 29 augustus 1758, onderscheidt zich duidelijk van zijn gewijde werken: geschreven voor twee koren, strijkorkest en twee fluiten, combineert het technieken van de grote vocale polyfonie van de Renaissance met de moderne compositiestijl beïnvloed door Italië. Tot ver in de 19e eeuw bleef Nebra's Requiem op het repertoire van het koninklijk orkest als het voorkeurswerk voor koninklijke begrafenissen, en het prachtige werk is nu hier beschikbaar als wereldprimeur opname.