In 1936 vaardigde de RLM eisen uit voor verbindings- en artillerievuurvliegtuigen voor de Wehrmacht en de Luftwaffe. Dit vliegtuig moet een Short Takeoff and Landing (STOL) prestatie hebben. De Fi-156 ging in 1937 in serieproductie op kleine schaal. Tijdens de vlucht hing het landingsgestel naar beneden. Dit geeft het vliegtuig het uiterlijk van een zeer hoogbenige vogel met grote vleugels. De Fi156 kreeg een bijnaam: Storch (Crane).
De Storch werd wijd verspreid voor Wehrmacht en Luftwaffe als luchttaxi voor hoge officier en generaal, verkenningsvliegtuig en traumahelikopter. De Storch werd geproduceerd in verschillende versies, A-, C- en D-versies. De zeer succesvolle Storch werd geëxporteerd naar de Duitse geallieerden: Kroatië, Finland, Zweden, Bulgarije, Slowakije, Roemenië en Italië. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Storch in verschillende landen in de frontlinie ingezet.