Volgens Marek Toporowski was de Franse componist Hyacinthe Jadin (1776-1800) de auteur van 'de grootste meesterwerken van de Franse literatuur voor de fortepiano uit de tijd van de Revolutie' Jadin stierf in armoede aan tuberculose op 25-jarige leeftijd, maar bereikte desondanks veel in zijn korte leven. Hij componeerde zowel orkest- als kamermuziek met een voorkeur voor zijn eigen instrument, de piano, zoals concerto's en deze sonates met optionele vioolbegeleiding. Verschillende gepubliceerde collecties zijn niet bewaard gebleven - of niet teruggevonden - waaronder nog eens 12 sonates voor het klavier.
In een eerder album op Brilliant Classics maakte Toporowski een definitieve moderne opname van Jadins Sonates Opp. 4-6 (96958). Op de huidige collectie presenteert hij Opp. 1 en 3, samen met zijn trio Op.1 strijkkwartetten in de eigen bewerking voor piano en viool van de componist. Toporowski vindt een pre-romantische sensibiliteit in deze muziek, met prikkelende anticipaties van Schubert, Weber en zelfs Mendelssohn in Jadins verhoogde expressietaal, die veel verder gaat dan de conventionele vormen van zijn tijdgenoten.
Een belangrijk referentiepunt voor Jadin was echter de muziek van Haydn. De Op.1 Strijkkwartetten, zoals hier gespeeld in de transcriptie van de componist, zijn opgedragen aan Haydn en bevatten zeer duidelijke verwijzingen naar de stijl van deze componist, in het bijzonder naar zijn verfijnde modulaties. Jadin was ook actief in Parijs toen Jan Ladislav Dussek in de Franse hoofdstad woonde. Als latere medeoprichter van de Londense school voor pianospelen lijkt Dussek ook een grote invloed te hebben gehad op de jonge virtuoos. Er zijn opvallende vergelijkingspunten tussen deze sonates, of ze nu solo op piano worden gespeeld of met hun optionele vioolpartij, en de sonates voor dezelfde bezetting geschreven door Dussek en onlangs opgenomen voor Brilliant Classics door Petra Somlai, Julia Huber en Miriam Altmann.
De muziek van Jadin is nooit eerder zo uitgebreid en stijlvol gedocumenteerd als in deze evoluerende serie van Marek Toporowski, en de kwartetten krijgen hun eerste opname in deze bewerking, die alle verzamelaars van curiosa uit het klassieke tijdperk zal aanspreken.