Erik Satie was zonder twijfel de meest veelzijdige componist uit de geschiedenis. Hij is bijna onmogelijk om in een categorie in te delen en componeerde ongeveer 100 werken, waaronder filmmuziek, balletten, prachtige melodieën en veel pianowerken. Als vriend van Debussy, Ravel, Cocteau, Picasso en Diaghalev, begaf hij zich temidden van de avant garde in Parijs, maar bleef ondanks dat een opvallende buitenstaander (expres misschien wel). Hij speelde piano in jazzcafés, waar hij Debussy ontmoette en was het tegengestelde van de muzikale wereld, gedomineerd door Wagner en zijn aanhang, eind 19e begin 20e eeuw. Voor Satie was de muziek uit het verleden juist belangrijk, hij ging zelfs terug naar de tonen van de oude Grieken. Zijn ‘Gymnopédies’ verwijzen naar de dansende kinderen uit het oude Sparta, die dansten ter ere van Apollo en zijn zijn ‘Gnossiennes’ gebaseerd op de mythes rond het labyrint uit het oude Knossos. Het meest eigenaardige werk dat hij ooit componeerde is misschien wel het ‘Vexations’. Hij schreef het werk in 1893, maar heeft het nooit iemand laten lezen, het ging dan ook pas in 1963 in première op aandringen van John Cage. Het werk beslaat slechts één enkele pagina met daarboven: ‘Page Mystique. Om dit stuk 840 keer te kunnen spelen, is het noodzakelijk dat men zich van te voren voorbereid, in totale stilte, zonder te bewegen.’ Een complete uitvoering duurt dan ook 18 tot 30 uur.