Vitali was samen met Gabrieli één van de belangrijkste muzikanten die een functie bekleedden aan het onstuimige hof van het Hertogdom van Modena. De jonge hertog, Francesco II, was een gecultiveerde prins, liefhebber van kunst en een uitstekend violist. Gabrieli was een pionier op de cello en Vitali was een virtuoos op de violone (grote viool / equivalent van de contrabas, maar anders gestemd), de voorloper van de cello. Vitali startte een muzikale traditie aan het hof die generaties lang zou duren. De ‘Sonates’ Op. 11 zijn gecomponeerd voor zes instrumenten, ondanks het feit dat het ensemble aan het hof inmiddels was uitgroeide tot dertien spelers. De muziek is een sublieme mix van Italiaanse en Franse stijlen, met de typische, herkenbare klanken van de componist. Het zijn fascinerende werken van een bekwaam componist uit de tijd van Purcell, Marais, Pachelbel en Corelli.