In 'Approximately Infinite Universe' uit 1973 zit voor het eerst woede in de songs van Yoko Ono. Altijd bleek ze al in staat om pijn en verdriet om te zetten in kunst, maar hier is er een gebalde vuist die de plaat power geeft. Ono is woedend over man/vrouw relaties en oorlog en ondertussen rockt ze er stevig op los, traditioneel bijna op een manier die meer bij de E Street Band past dan bij haar andere repertoire.