Tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Wehrmacht werd directe medische zorg voor gewonde soldaten op het slagveld verzorgd door medisch personeel dat deel uitmaakte van pelotons, compagnieën en bataljons. Ze konden worden onderscheiden van gewone infanteristen door hun speciale medische tasjes, extra waterflessen, insignes en armbanden. Ze waren ook in staat om de gewonden te evacueren naar eerstehulpposten of verzamelpunten. Infanteriecompagnieën omvatten ook onderofficieren van de medische dienst, en op bataljonsniveau was een militaire arts (Assistenz of Oberarzt) verantwoordelijk voor gecentraliseerde medische zorg. Het was echter niet mogelijk om ernstige medische ingrepen uit te voeren in het bataljon; dit was de verantwoordelijkheid van de divisie medische dienst, die ook sanitairkonvooien kon omvatten die betrokken waren bij het gecentraliseerde transport van de gewonden.