Na haar piano (-en viool!) conservatoriumexamen begon pianiste Clara Haskil op haar vijftiende als solist te toeren door Europa, hoewel haar carrière beperkt zou worden door de vele fysieke kwalen die haar haar hele leven zouden plagen. Ze was vaak ziek en had daarbij ook regelmatig last van plankenkoorts, waardoor echt grote successen en financieel gewin uitbleven. Het grootste deel van haar leven bracht ze in extreme armoede door. Pas na de Tweede Wereldoorlog kreeg ze door een serie concerten die ze in 1949 in Nederland gaf het succes en de waardering die ze gezien haar grote talent verdiende. Als pianiste werd haar spel gekenmerkt door een pure toon en frasering die te maken zouden kunnen hebben met haar training en vaardigheden als violist. Transparantie en een gevoelvolle inspiratie waren andere kenmerken van haar stijl. Ze was beroemd om haar interpretaties van het klassieke en vroeg-romantische repertoire. Speciaal gewaardeerd waren haar uitvoeringen en plaatopnamen van werken van Mozart. Velen beschouwden haar als diens meest vooraanstaande interpreet van haar tijd. Ook werden haar uitvoeringen van werken van Beethoven, Schumann en Scarlatti unaniem geroemd. Niet enkel trad ze op als solist, maar Clara Haskil was ook een ervaren en geliefd kamermusicus. Ze trad op met onder meer Pablo Casals, Géza Anda, Isaac Stern en Arthur Grumiaux. Met Grumiaux maakte ze opnamen van de vioolsonates van Mozart en Beethoven die voor velen nog steeds gelden als 'de' standaard.