De achttienjarige Hong-ee is haar hele leven getraind in zwaardvechten door Seol-rang, de vrouw die haar heeft opgevoed. Ze is getraind om uiteindelijk wraak te nemen op de moordenaars van haar moeder, waarvan ze de identiteit nog niet weet. Als Hong-ee oog in oog komt te staan met de machtigste man van het rijk, de koning Deok-gi herkent hij haar vechtkunst en weet daardoor wie haar lerares is. Deok-gi, Seol-rang en een derde lid, Poong-chun, vormden achttien jaar geleden een groep die opkwam voor de onderdrukte bevolking en streden tegen de voormalige koning. Een strijd, waarin Hong-ee en haar moeder ook een rol hebben gespeeld, zo blijkt…