Camera Obscura is een verhalenbundel uit 1839 geschreven door Nicolaas Beets onder het pseudoniem Hildebrand. Beets schreef de meeste stukken in 1837 als student godgeleerdheid in Leiden. Hij bleef tijdens de jaren daarna vaak verhalen toevoegen aan het werk waardoor het pas zijn definitieve vorm kreeg in 1851.
Het boek geeft een beeld van het Nederland van de trekschuit en de postkoets, waar rond die tijd gewerkt wordt aan de eerste spoorlijn. Het bekendste gedeelte van het boek is dat over de familie Stastok. Hierin gaat Hildebrand logeren bij een oom en tante die de vleesgeworden burgermensen zijn uit het begin 19e eeuw. Schrijnend is "Het diakenhuismannetje vertelt zijn verhaal", dat blijk geeft van inzicht van de schrijver in de wantoestanden in zijn tijd.