Als componist begon Pergolesi’s productieve carrière op twintigjarige leeftijd, en op zijn zesentwintigste (maart 1736) was hij gestorven aan tuberculose. Tijdens zijn leven bleef de faam van Pergolesi’s voornamelijk beperkt tot Rome en Napels, maar na zijn dood overschaduwde zijn reputatie de meeste andere componisten in de tweede helft van de achttiende eeuw. In heel Europa groeide de nieuwsgierigheid naar zijn composities. Zijn postume beroemdheidsstatus was zo'n magneet in de muziekwereld dat zowel uitgevers als operadirecteuren, in de hoop grote financiële winsten te kunnen opstrijken, zijn naam toevoegden aan honderden vocale en instrumentale werken van minder bekende componisten. Na Pergolesi’s dood werd het Stabat Mater een van de meest gevierde en vaakst gedrukte werken van de 18e eeuw.