De lopende SACD-serie met orkestwerken van Weinberg verkent nu enkele minder bekende, late werken van de componist. Dit album bevat de laatste twee Kamersymfonieën, die inderdaad een grotendeels verborgen, maar toch productieve periode van zijn leven weerspiegelen. Het Helsingborg Symfonie Orkest, dat voor het eerst opneemt met Chandos, staat onder leiding van de zeer ervaren en veelzijdige Thord Svedlund.
Kamersymfonie nr. 4 is niet alleen het voorlaatste werk dat Weinberg voltooide, maar het kan ook gelezen worden als een samenvatting van zijn hele leven en oeuvre. De elegische stemming die het stuk vormgeeft weerspiegelt zijn laatste decennium - van zwakte, verlies van vrienden door dood en emigratie, en geleidelijke afname van publieke en professionele interesse in zijn werk. Dan deelt elk deel enkele reminiscenties aan Weinbergs leven: de rustige strijkers weven een delicaat kinderlijk wiegeliedje; het openingskoraal is al gebruikt in enkele van Weinbergs meesterwerken; en de folkachtige thema's van de soloklarinet in de laatste twee delen zijn afgeleid van andere delen.
Afgezien van het droevige, weemoedige laatste deel (Andantino) dat nr. 4 aankondigt, is Kamersymfonie nr. 3 nauw verbonden met Strijkkwartet nr. 5, op. 27 door de recitatief-achtige melodie. Tegelijkertijd rechtvaardigt het perfect zowel de term 'Chamber Symphony' als het orkest dat het hier speelt: het Helsingborg Symfonie Orkest werd opgericht in 1912, oorspronkelijk als kamerorkest, en kan nu claimen een van de oudste in Zweden te zijn.